Deze website maakt gebruik van cookies voor een optimale werking van de website.
Instellingen

Dé jachthaven van Amsterdam
Durgerdammerdijk 116A. Havenmeester
06 5162 8873

Banner 140 jarig lustrum ZV Het Y

Logboekpassage 13 sept 1890

Betreft: Jaski beschrijft vindplaatsen van alle vier de vlaggen

Logboekpassage, 13 September des Jaars 1890
Locatie: Kantoor der Zeilvereniging Het Y, Amsterdam
Weersgesteldheid: Nevelig in de ochtend, doch helder tegen de avond, met een zachte wind uit het oosten

Terwijl de late zomer zijn gouden licht werpt over het Westerdok en de masten zachtjes wiegen in de bries die door de haven zucht, vind ik mij wederom terug aan het bureau waaraan zoveel van onze plannen hun eerste vorm kregen. Vandaag, vijf jaar na het zorgvuldig opstellen en verbergen van onze sleutels tot het waardepapier—vier vlaggen van betekenis—acht ik het gepast om te boekstaven waar deze symbolen van onze vereniging zich thans bevinden.

De vier vlaggen, elk een fragment van een groter geheel, zijn niet enkel sleutels tot het verborgen kistje, maar dragen het wezen van Zeilvereniging Het Y uit: Saamhorigheid, Vriendschap, Zeilvaardigheid en Zeemanschap.

De eerste vlag werd toevertrouwd aan de herbergier van het oude etablissement aan het Westerdok, alwaar onze vereniging het licht zag. De Bruine, zwijgzaam van aard maar standvastig in zijn trouw, overhandigde het vaandel op een avond van warmte en kameraadschap. "Geen plek meer saamhorig," sprak hij toen, "dan waar onze woorden voor het eerst in daden overgingen" en gaf nog een rondje.

De tweede vlag werd door mijzelf, Heer Jaski, in bewaring gegeven aan mijn dierbare vriend J. Haanraadts, kunstenaar en vakman, wiens handen de eerste ontwerpen van onze vlaggen tot leven brachten. In zijn atelier aan de Haarlemmerhouttuinen rust het vaandel, tussen de pigmenten en schetsen, als symbool van de vriendschap tussen vrienden die samen dromen smeedden tot werkelijkheid.

De derde vlag was onder hoede van Altink, onze visionaire dromer en vurig pleitbezorger van de sportieve zeilvaardigheid. Hij voerde het vaandel tijdens een vriendschappelijke wedstrijd tegen de Koninklijke Nederlandsche Zeil- en Roeivereeniging—een treffen dat allesbehalve vrijblijvend was. Onder dreigende luchten en boven schuimende golven leverden onze schepen een zinderend gevecht. Bij ronding van de laatste boei, bleek het de Koninklijke die de overwinning opeiste. In een moment dat zowel pijnlijk als groots was, zag Altink zich genoodzaakt de vlag over te dragen aan de winnende tegenpartij. Met een hoffelijkheid die enkel ware zeelieden siert, werd de vlag niet besmeurd door spot, maar met eerbetoon ontvangen. Zij werd meegenomen naar het clubgebouw van de Koninklijke aan de waterkant, waar zij—naar verluidt—een plaats kreeg in hun trofeeënhal, als herinnering aan een overwinning behaald op waardige opponenten. Maar wie strijdt met hartstocht en in goede geest, verliest nooit geheel. Wie weet, misschien zal zij, op een dag, als gebaar van wederzijds respect, haar weg terugvinden.

De laatste vlag werd door Klingenspoor toevertrouwd aan de vuurtorenwachter op Texel. "Laat de wachter van dit prachtige nieuwe vuurbaken waken over wat wij willen bewaren," sprak Klingenspoor, "want geen storm is zo hevig dat hij de vuurtoren doet wijken." Hoog in het hart van die stenen reus, waar het licht met vaste regelmaat over de zee draait, rust het vaandel als baken van zeemanschap.

Aldus zijn de vlaggen verspreid. Zij wachten, geduldig en stil, op een volgende generatie. Wie ze weet te vinden, weet tevens wie wij waren, en waar wij onze vereniging op wilden grondvesten.

Getekend met eerbied en toewijding aan het verleden en geloof in de toekomst,
Heer Jaski, Schipper der Wilhelmina en voormalig Voorzitter van Zeilvereniging Het Y

kroon